Je kunt vandaag bijna geen reclamespot beluisteren of geen nieuwsbericht lezen zonder het woord ‘duurzaam’ tegen te komen. Er zijn duurzame verzorgingsproducten, duurzame mobiliteitsoplossingen, en natuurlijk ook duurzame voedingsmiddelen. Die focus op ‘sustainability’ kan ik uiteraard alleen maar aanmoedigen. Ook met just. doe ik er alles aan om de ecologische voetafdruk tot een minimum te beperken, onder meer door alleen te werken met lokale, biologische en vegetarische ingrediënten. Maar tegelijk begrijp ik de vele jonge ouders die zich afvragen wat dat containerbegrip ‘duurzaamheid’ nu eigenlijk betekent. Zij zijn eerder op zoek naar concrete tips om duurzaam te leven met hun gezin. Speciaal voor hen – speciaal voor jou – dit blogbericht!
‘Buy less, but of higher quality’
Wanneer ik een keuze moet maken in de winkel, of het nu gaat om groenten of om speelgoed, probeer ik me te laten leiden door het motto ‘buy less, but of higher quality’. Deze uitspraak haalde ik bij de EAT-Lancet Commissie, een orgaan dat bestaat uit tientallen experts uit bijna twintig landen. Ze onderzochten gedurende drie jaar wat er nodig is om duurzaam en gezond te eten (en concludeerden onder meer dat de shift van dierlijke naar plantaardige eiwitbronnen hierin een sleutelrol speelt).
Wat het dan betekent om minder voedingsmiddelen te kopen, maar van betere kwaliteit? Ik probeer te kiezen voor een zo natuurlijk mogelijke voeding en loop met een boogje rond producten met ellenlange ingrediëntenlijsten of ingrediënten die ik niet ken. Of ik dan altijd alles vers maak? Uiteraard niet, en mild zijn voor jezelf wil ook zeggen: profiteren van het mooie aanbod aan eten dat al voor je klaargemaakt is, en dat tóch vers en gezond is.
Tip: Elisabeth Van Lierop, die fan is van onze groenteschijfjes, schreef een boek over duurzaam eten en leven als gezin: Planteneters. Daarin vind je niet alleen een pak makkelijke recepten, maar ook een heleboel nuttige tips voor een duurzame levensstijl en vegan opvoeden.
Duurzaam leven, duurzaam kleden
Kindjes groeien als kool. Voor je het weet, lijkt die toffe broek plots meer op een short en hebben alle T-shirts spontaan driekwartsmouwen gekregen. Daarom is het, zeker voor de eerste jaren, geen slecht idee om te gaan snuisteren in een tweedehandswinkel. De meeste ouders die daar kleertjes deponeren, hebben namelijk net hetzelfde meegemaakt als jij: vaak zijn de spullen die je er kunt kopen amper gedragen en dus zo goed als nieuw. Of wat dacht je van een kledingbibliotheek of een kledingabonnement, waarbij je geen kleertjes koopt, maar ze gebruikt en doorgeeft?
Natuurlijk wil je je kindje ook nieuwe spullen geven, maar dan is evenmin moeilijk om op zoek te gaan naar een duurzaam alternatief. Let bijvoorbeeld op de materialen die je koopt. Biokatoen heeft een streepje voor, maar ook met minder bekende alternatieven zoals azlon, gemaakt van soja, zit je goed. Een kwaliteitsstempel zoals het GOTS-label garandeert bovendien dat het item niet alleen van natuurlijk materiaal gemaakt werd, maar dat de productie daarnaast in goede omstandigheden plaatsvond. Respect voor milieu én mens, dus.
Met je kindje op de fiets
Of je nu jonge of al iets oudere kindjes hebt: je legt als gezin vaak heel wat kilometers af. Naar de opvang of naar school, boodschappen doen, gaan wandelen in het park, afspreken met familie en vrienden voor een picnic, een uitstap maken … Omdat je meestal heel wat spullen mee te nemen hebt, ben je wellicht geneigd om die tripjes met de auto te doen. Maar met kinderen van meer dan drie maanden kun je gerust de fiets op!
De allerkleinsten vervoer je in een fietskar of bakfiets (in een babyschaal, babyhangmat of een autozitje). Zodra zoon- of dochterlief zelfstandig van kruip- naar zithouding kan en goed rechtop blijft zitten, is hij of zij klaar voor een fietsstoeltje. Je installeert je kindje misschien het liefst vóór jou op de fiets, waar je het kunt zien. Toch heeft een stoeltje achterop eigenlijk meer voordelen. Achter jou zit je kind beschut tegen de wind en de regen, en loopt het minder gevaar als je zou vallen. Bovendien hebben stoeltjes voor achteraan een hogere rugsteun dan de exemplaren die je vooraan moet monteren.
Koop je fietsstoel voor de zekerheid bij je lokale fietsenwinkel, en laat het ook daar monteren en regelmatig controleren. Let op de EN 14344-markering: dat is de Europese norm waaraan elk stoeltje moet voldoen. Ook de gewichtsklasse moet afgestemd zijn op je zoon of dochter. Een goeie kinderstoel is verder uitgerust met:
- verstelbare drie- of vierpuntsgordels
- voetsteunen waarvan je de hoogte kunt aanpassen en met riempjes die je kunt verstellen
- een hoge rugleuning die ook opzij voldoende steun biedt, en die idealiter een uitsparing heeft voor een fietshelm
Allebei een helm op, voor extra zichtbaarheid zorgen door een fluohesje aan te trekken … en trappen maar!